[vc_row][vc_column][vc_custom_heading text=”Hoe word je een goeie improvisator?” font_container=”tag:h2|text_align:center|color:%23009fe3″][vc_empty_space height=”16px”][vc_column_text]Het is een sluimerende kwestie binnen de improvisatiewereld in Vlaanderen. Hoe word je een goede improvisator? Door het aanleren van allerhande technieken? Of door het cultiveren van het talent dat je reeds hebt?
Die vraag is dubbel want uiteraard kan je met veel talent voor improviseren veel makkelijker technieken aanleren. Maar ik zag ook al menig getalenteerd improvisator terug in zijn schulp kruipen en niet meer ‘presteren’ door de nadruk op het aanleren van technieken… Moeilijk…
Bijna iedereen stopt met spelen vanaf een zekere leeftijd. Behalve een paar enkelingen. Dat worden dan improvisatoren.
Jong geleerd !
De kunst van het improviseren is een vaardigheid die we allemaal sinds jongs af aan bezitten en ook lustig toepassen. Improviseren is namelijk net als spelen. En dat deden we toen we jong waren bijna allemaal.
Wie herinnert zich nog de verhalen die spontaan ontstonden toen je nog met duplo, LEGO of barbiepoppen speelde? Vaak ontspon zich uit een simpele opzet van wat blokjes een ingewikkeld, uitgebreid en gedetailleerd verhaal dat zich nadien nooit kon herhalen. Geen enkel kind onthield het, niemand was voorbereid, maar leuk was het wel.
En al spelenderwijs leerde je omgaan met anderen. Net als bij improvisatie. Vreemd genoeg stopt bijna iedereen met spelen vanaf een zekere leeftijd. Dan moet plotseling alles volgens de geijkte paden lopen.
Improvisatietheater is als het spel van een kind. Het ontstaat spontaan vanuit 1 suggestie, je weet nooit echt waar het heen gaat, het loopt vast wanneer iemand koppig nee blijft zeggen, het is vaak leuk om naar te kijken en nog leuker om in mee te doen.
Moet je voor dat improspel talent hebben?
Of moet je eerder technieken aanleren? Een moeilijke vraag, waarover zeker wat verdeeldheid bestaat in het improlandschap, Sommige improgroepen focussen op het aanleren van allerhande improtechnieken. Anderen baseren zich louter op enkele basisregels maar kiezen ervoor om ze ook snel weer los te laten.
- De eerste methode leidt vaak tot heel secure en strakke scenes met een opbouw die lijkt geschreven te zijn op voorhand. Mooi om te zien maar het boet soms wat in op vlak van spontaniteit.
- De tweede methode leidt soms tot ongelooflijk hilarische scenes doordat nooit betreden paden en wonderlijke zijwegen verkend worden, maar het kan ook stranden in complete chaos zonder duidelijk verhaal.
- Een improgroep die beide methodes beheerst is misschien nog wel het interessantst te noemen, maar het is een delicaat evenwicht dat niet snel bereikt wordt.
Vraag is wel of je met veel nadruk op techniek echt de essentie van improvisatietheater blijft bewaren: het durven maken van fouten en het maken van plezier. Het is namelijk dat wat zo entertainend kan zijn voor een publiek (Een onbevreesd zootje ongeregeld op het podium dat scènes laat vloeien uit slechts 1 suggestie) snel kan verdwijnen als er te veel focus ligt op techniek.
Als angst de overhand neemt
De spontaniteit kan op een bepaald moment volledig verdwijnen doordat de angst om fouten te maken toch de overhand krijgt. En als een publiek angst voelt geniet het ook veel minder van het optreden. Ook al is het verhaal heel mooi gezet, kloppen de personages helemaal en wordt elk voorwerp dat gezet wordt supergoed gerespecteerd. Er blijft in die gevallen iets ontbreken…
Heel wat gezelschappen kiezen er bovendien voor om na een minder geslaagd of zelfs na een zeer goed optreden alle scenes te analyseren op fouten. Terwijl de essentie van improvisatie net is dat je geen angst mag hebben om fouten te maken. Want wie hier schrik voor heeft is uiteindelijk niet meer in staat om spontaan te zijn. Het analyseren op fouten kan je zeker iets bijleren maar het kan je ook blokkeren… En angstig maken. Alweer delicaat dus.
En ja, dat talent… Is dat nu het het belangrijkste?
Volgens mij is talent voor improviseren het talent om je innerlijke kind boven te halen. En het talent om je niet bezig te houden met dingen die verkeerd zijn gegaan, maar in een soort trial and error de leukste en beste wegen te leren kennen. Het woord zegt het zelf: Trial and error – proberen en fouten maken.
Een goede improspeler is iemand die fouten durft maken om hier uit bij te leren, maar niet op een rigide manier. Een goede improspeler probeert, faalt en geniet er nog van ook. En dat is een groot talent. En dat is ook wat het publiek graag ziet.
Wil jij je innerlijke kind vrij laten en leren improviseren?
Volg dan de improvisatielessen van Compagnie Amai.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]